Welkom bij de N.B.V.S.


Ga naar de inhoudsopgave

HH Reglement

Reglementen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT



Artikel 1 (LIDMAATSCHAP )

Om als lid van de bond te kunnen worden toegelaten c.q. gehandhaafd moet een vereniging en haar leden kunnen voldoen aan het bepaalde in artikel 6 van de statuten.
Een vereniging dient tenminste uit 6 leden (lees: schutters) te bestaan.

Artikel 2 (VERKRIJGING VAN HET LIDMAATSCHAP )

Een verzoek van een vereniging om opname in de bond moet geschieden middels een door de bond te verstrekken inschrijfformulier. Dit formulier moet volledig worden ingevuld en ondertekend door tenminste drie bestuursleden.
Indien de secretaris van een vereniging niet telefonisch of per e-mail bereikbaar is dan is de vereniging verplicht om een ander bestuurslid aan te wijzen dat wel telefonisch of per e-mail bereikbaar is. Dit bestuurslid zal dan tevens in de adressenlijst worden vermeld.
Tevens dient bij aanmelding een borgsom ad. € 50,00 te worden gestort, welke bij beëindiging van het lidmaatschap, na aftrek van eventuele schulden aan de bond, aan de vereniging zal worden gerestitueerd.
Deze borgsom blijft opvorderbaar tot 6 maanden na het beëindigen van het lidmaatschap. Na het verstrijken van deze termijn vervalt deze aan de bond.
Bovendien dient elke vereniging die tot de bond toegelaten wenst te worden te beschikken over een tekening van hun schietaccommodaties. Deze tekening wordt bij aanvang van het lidmaatschap eenmalig door de bond gemaakt waarbij tevens door het hoofdbestuur of door hen aangewezen personen een keuring plaats vindt of de schietaccommodatie voldoet aan de bepalingen in dit reglement.
Indien daarna de schietaccommodatie zodanig wordt gewijzigd dat een herkeuring, gekoppeld aan een nieuwe situatietekening noodzakelijk is geworden mogen zolang deze niet heeft plaats gevonden geen N.B.V.S. wedstrijden worden geschoten. De kosten aan de vereniging in rekening gebracht.

Artikel 3

Voor schutters, die in de loop van een competitie tot de bond toetreden, dient eveneens de volledige contributie bij vooruitbetaling te worden voldaan.
Opgave kan alleen geschieden door de secretaris of een door hem schriftelijk gemachtigd bestuurslid der vereniging.
Na ontvangst van het schietpaspoort zijn deze schutters gerechtigd aan de activiteiten, vermeld in het schietpaspoort, deel te nemen, tenzij het leden betreft, die in een voorgaande competitie van de bond actief zijn geweest en waarvan het gemiddelde van invloed zou zijn geweest op de klasse-indeling van de lopende competitie.
Uitzondering:
Indien tijdens de competitie een schutter stopt en een andere schutter die op dat moment nog geen actief lid is van de N.B.V.S. zijn plaats wil innemen, dan kan dit onder de volgende voorwaarden:
a. het vertrekkende lid blijft het gehele lopende seizoen lid van de N.B.V.S. en van de betreffende vereniging.
b. na vervanging mag het gestopte lid geen wedstrijd meer schieten gedurende het lopende seizoen.
c. het gemiddelde van het nieuwe lid mag de competitie-indeling niet beïnvloeden. Dit betekent in het algemeen dat het gemiddelde van de nieuwe schutter gelijk of lager moet zijn dan het start - gemiddelde van de gestopte schutter.

Artikel 4

Schutters die tot de bond toetreden, nadat zij actief waren in een andere luchtgeweer-organisatie, zijn verplicht, om bij inschrijving, de aard en het laatst geschoten gemiddelde van deze discipline kenbaar te maken.
Bij het niet nakomen van deze verplichting, zal het bondsbestuur overgaan tot sancties.
Het bepaalde in artikel 3 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het te hanteren gemiddelde niet behaald behoeft te zijn in een voorgaande competitie van de bond.

Artikel 5

Indien een schutter van een vereniging wenst over te gaan naar een andere vereniging, moet voor deze schutter bij de bond een verklaring van zijn vroegere vereniging worden overgelegd, waaruit blijkt, dat hij aan zijn verplichtingen al dan niet heeft voldaan.
Iedere vereniging is verplicht zulk een verklaring af te geven.
Indien een schutter langer dan 10 jaar geen lid geweest is van de N.B.V.S. dan is deze verklaring niet meer nodig.
Overschrijving kan plaats vinden na afloop van de competitie tot de datum sluiting inschrijving voor de nieuwe competitie.

Artikel 6 (EINDE LIDMAATSCHAP )

Een vereniging, welke het lidmaatschap wenst te beëindigen, dient dit per aangetekend schrijven ter kennis te brengen aan het secretariaat van de bond met een duidelijke omschrijving van de reden.
Dit schrijven dient te zijn ondertekend door voorzitter, secretaris en penningmeester van de vereniging.
Eventuele vorderingen van de bond of de aangesloten verenigingen worden met de borgsom verrekend.
Mocht de schuld aan de bond het bedrag van de borgsom overtreffen, dan zijn de op dat moment geregistreerde schutters van deze vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor een evenredig aandeel in de resterende schuld.
Dit betekent, dat een schutter van een vereniging, die het lidmaatschap van de bond op bovengenoemde wijze heeft beëindigd, weer als schutter van een andere vereniging tot de bond kan toetreden, nadat deze schutter aan de achterstallige verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 7

Indien een vereniging of schutter niet meer voldoet aan het bepaalde in de statuten en de daarin genoemde reglementen, kan het hoofdbestuur de volgende maatregelen treffen:
a. SCHORSING: een tijdelijke strafmaat, waarvan de duur is vast te stellen door het hoofdbestuur.
b. ROYEMENT: blijft zo lang van kracht, totdat de redenen die geleid hebben tot het royement volledig te niet gedaan zijn.
Beide sancties kunnen worden opgeheven door de ledenvergadering, waarbij minimaal drie/vierde van de aangesloten verenigingen aanwezig moet zijn en de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen d.w.z. de helft +1 zich uitspreekt vóór het opheffen van de sancties.

Artikel 8 (HOOFDBESTUUR )

Taak van het hoofdbestuur.
Voorzitter:
a. leiding en vertegenwoordiging van de bond;
b. toezicht op de naleving der statuten en reglementen;
c. leiding der vergaderingen.

Secretaris:
a. verzorging van de administratie;
b. opmaken der notulen van de vergaderingen;
c. verzorging van het jaarverslag.

Penningmeester:
a. het beheer van de geldmiddelen en activa van de bond;
b. verzorging van de financiële jaarstukken.

Leden: functies in opdracht van het bestuur.
Voor zover wenselijk voor de continuïteit zal het bestuur richtlijnen vastleggen voor de taakuitvoeringen, waarin ook te betrekken de competitieleiding, administratie en eventuele commissies.

Artikel 9

Het hoofdbestuur wordt gekozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 en artikel 25 der statuten. Behoudens de functie van voorzitter worden de overige functies onderling verdeeld.

Artikel 10

Het dagelijks bestuur wordt gevormd door voorzitter, secretaris en penningmeester.

Artikel 11

Het hoofdbestuur is gerechtigd om voor specifieke problemen aangaande de schietreglementen afdeling Pluim c.q. Kogel separate vergaderingen te beleggen.

Artikel 12

De gewone jaarlijkse vergadering is boeteplichtig.
Dit houdt in dat minstens één afgevaardigde van elke aangesloten vereniging verplicht is deze vergadering bij te wonen en de presentielijst bij aanvang en einde te tekenen.
Bij overtreding van dit artikel zal een boete worden opgelegd conform artikel 52, punt 9.

Artikel 13 (COMPETITIELEIDER )

Het hoofdbestuur benoemt jaarlijks met inachtneming van het bepaalde in artikel 31 van de statuten een administrateur, welke belast wordt met o.a. de organisatie en leiding van de competitie. Deze functionaris verricht zijn werkzaamheden onder toezicht van het dagelijks bestuur.

Artikel 14

De leden van het hoofdbestuur, de competitieleider of de door het hoofdbestuur aangewezen personen zijn gerechtigd om controle uit te oefenen op het reglementair verloop van competitiewedstrijden. Deze controle mag echter alleen worden uitgevoerd door personen die niet rechtstreeks noch zijdelings bij de wedstrijd betrokken zijn.
Zij zijn ook gemachtigd om:
a. de schietbanen te betreden en deze evenals de schietkaarten enz. te controleren op de in het reglement gestelde eisen;
b. de wedstrijdkaarten te waarderen of toezicht te houden bij de waardering van deze kaarten;
c. inzage te vragen van de wedstrijdformulieren en de schietpaspoorten van de deelnemers aan de wedstrijd;
d. tijdens wedstrijden in de afdeling pluim aanwezig te zijn bij het trekken van de geschoten pluimen of om dit trekken van de geschoten pluimen zelf te verrichten; hierbij is geen protest mogelijk;
e. het ophalen van de wedstrijdkaarten ter bondscontrole.

Artikel 15 ( FINANCIËN )

De inkomsten van de bond bestaan uit de door de leden voor de schutters te betalen jaarlijkse contributie en andere baten. Ieder jaar wordt op de jaarlijkse of halfjaarlijkse vergadering, tegelijk met het vaststellen van de voorlopige begroting, de contributie voor het nieuwe seizoen vastgesteld.
Contributiegelden worden onder geen enkele voorwaarde terugbetaald.

Artikel 16 (KASCONTROLE )

Jaarlijks wordt op de algemene vergadering een kascontrolecommissie van drie schutters benoemd, die tot taak heeft de boeken en de kasgelden over het komend boekjaar te controleren en op de eerst-volgende jaarvergadering daarvan verslag uit te brengen en zonodig kanttekeningen te maken over het gevoerde financiële beleid.
Bondsbestuursleden kunnen geen deel uitmaken van deze commissie.
De commissieleden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Elk jaar treedt een lid af en is niet direct herbenoembaar.
Het aftreden voor het eerste en tweede jaar, na benoeming volgens dit artikel, wordt bepaald door loting.

Artikel 17 (COMPETITIE-INDELING )

Opgave van de schutters en teams welke aan de competitie wensen deel te nemen, dient jaarlijks te geschieden vóór een door het dagelijks bestuur te bepalen datum.
Het aantal klassen, alsmede het aantal teams per klasse zal jaarlijks door het dagelijks bestuur en competitie-leider bepaald worden aan de hand van het totaal aantal ingeschreven teams. Het rangschikken en indelen van de ingeschreven teams in de diverse klassen is afhankelijk van het laatste, in een N.B.V.S.- competitie behaalde persoonlijke gemiddelde van de ingeschreven schutters.
Is het laatste, in een N.B.V.S.-competitie behaalde persoonlijke gemiddelde van de ingeschreven schutter meer dan 10 jaar oud, dan wordt dit geacht te zijn verjaard.
Indien in een team schutters zonder gemiddelde zijn ingedeeld dan krijgen deze schutters een gemiddelde Pluim van 000, Kogel vrijstaand van 260 en Kogel opgelegd 275
Betreft het echter een schutter zoals bedoeld in het Huishoudelijk Reglement Artikel 4, dan zal deze schutter worden ingedeeld naar een gemiddelde hetgeen vastgesteld wordt door het dagelijks bestuur.
Indien op grond van het gemiddelde meer dan twee teams in dezelfde klasse uitkomen, beslist de competitieleider
in overleg met het bondsbestuur in welke klasse deze teams worden geplaatst.
Per klasse mogen nooit meer dan 2 teams van dezelfde vereniging uitkomen.
Voor de afdeling Kogel wordt er ieder jaar een speciale vergadering gehouden tijdens welke de competitie-indeling wordt vastgesteld.

Artikel 18

De samenstelling van de teams, welke aan de competitie deelnemen, dient voor elke competitie-wedstrijd c.q. inhaal-wedstrijd opnieuw te worden bepaald aan de hand van de persoonlijke gemiddelden der schutters.
1. Bij de eerste opstelling van een schutter in een team is het persoonlijke gemiddelde door hem laatstelijk in het betreffende onderdeel geschoten bepalend. Bij gebrek daaraan wordt het eventuele gemiddelde van een ander onderdeel volgens een door de bond te hanteren formule omgerekend en is dit resultaat bepalend voor de eerste opstelling. Dit geldt niet voor de afdeling Kogel. Zij krijgen een gemiddelde van Kogel vrijstaand van 260 en Kogel opgelegd van 275.
Heeft de schutter nog niet eerder aan een N.B.V.S.-competitie deelgenomen, dan wordt geen gemiddelde bekend geacht tenzij het een schutter betreft zoals bedoeld in het Huishoudelijk Reglement Artikel 4. In dit geval zal opstelling moeten plaatsvinden aan de hand van het gemiddelde hetgeen door het dagelijks bestuur is vastgesteld.
2. Voor ieder competitie-weekend worden de persoonlijke gemiddelden van alle schutters opnieuw berekend door de verenigingen waartoe deze schutters behoren.
3. Bij de bepaling van het gemiddelde in de lopende competitie wordt het eindgemiddelde van een vorige competitie of het door het dagelijks bestuurs vastgestelde gemiddelde meegeteld.
Schutters waarvan bij de N.B.V.S. geen gemiddelde bekend is krijgen voor de competitie-indeling een gemiddelde Pluim van 000, afdeling Kogel vrijstaand van 260 en Kogel opgelegd van 275.
Bij de bepaling van het eind-gemiddelde van een competitie wordt het eind-gemiddelde van een vorige competitie of het door het dagelijks bestuur vastgestelde gemiddelde buiten beschouwing gelaten.
4. Nadat de gemiddelden opnieuw zijn berekend, dient men alle schutters van de vereniging naar gemiddelde van hoog naar laag te rangschikken.
Door deze rangschikking van boven naar beneden in groepen van vier schutters onder te verdelen, ontstaan de teams, waarin de schutters moeten schieten, met dien verstande dat schutters welke volgens deze rangschikking zijn ingedeeld in een lager team ook in elk hoger team mogen schieten, terwijl schutters die gerangschikt zijn in een hoger team nooit in een lager team mogen schieten.
5. Om ingewikkelde berekeningen te voorkomen ontvangt iedere vereniging, na ieder wedstrijd-weekend, een lijst vermeldende de dan geldende gemiddelden van de schutters van hun vereniging.
6. Indien er meerdere schutters zijn met hetzelfde persoonlijk gemiddelde, dan is men vrij in de bepaling van de onderlinge plaats van deze schutters ten opzichte van elkaar in de ranglijst.
7. Bij het opstellen van een of meerdere schutters in een te laag team wordt het geschoten resultaat van deze schutters niet opgenomen in het wedstrijdresultaat, wel worden deze geschoten series gehandhaafd voor de bepaling van het persoonlijke gemiddelde.
8. Resultaten van beslissingswedstrijden tellen niet mee voor de bepaling van het persoonlijke gemiddelde.
9. Indien in competitieverband dusdanig lage series worden geschoten, met de kennelijke bedoeling in de toekomst in een lagere klasse deel te kunnen nemen, zullen naar het oordeel van het hoofdbestuur, op voorstel van de competitieleiding, bedoelde series niet meegenomen worden bij de vaststelling van de gemiddelden.

Artikel 19

Bij het terugtrekken van een team na de inschrijvingstermijn wordt een boete opgelegd conform artikel 52, lid 1.
In dit geval vervallen de nog vastgestelde competitie-wedstrijden van het in rangorde laagste team van de betreffende vereniging.
Van de nog resterende wedstrijden tegen het teruggetrokken team dient de tegenpartij wel een wedstrijdformulier in te zenden waarop vermeld de schutters welke aan de wedstrijd zouden deelnemen. Aan deze schutters zal dan een serie worden toegekend welke gelijk is aan hun gemiddelde van dat moment.
Bij terugtrekking na beëindiging van een afgesloten gedeelte van de competitie blijven de punten en ringen uit dat gedeelte gehandhaafd.
Onder gedeelte wordt verstaan: 2 in een enkele competitie;
a of b bij 12 competitie; 3, 2 of : bij dubbele competitie enz.
Van een niet afgesloten gedeelte van de competitie vervallen de geschoten resultaten van het team hetgeen wordt teruggetrokken.
De geschoten resultaten van de tegenstanders van het teruggetrokken team blijven altijd gehandhaafd.
De geschoten series welke tellen voor het persoonlijk gemiddelde van iedere schutter, welke betrokken was bij een wedstrijd tegen het teruggetrokken team, blijven eveneens gehandhaafd.

Artikel 20 (WEDSTRIJDDAGEN EN AANVANGSTIJDEN )

1. Tenzij tussen de betreffende verenigingen onderling een afspraak is gemaakt, dienen de competitiewedstrijden uiterlijk te beginnen op de volgende tijdstippen:
a. afdeling Pluim: 's zondags om 10.30 uur.
b. afdeling Kogel: 's zaterdags om 18.00 uur.
Een half uur voor aanvang van de wedstrijd dient per team kogel of pluim 1 wedstrijdbaan beschikbaar te zijn voor het proefschieten. Tevens dient vanaf dat moment de gebruikelijke schuttersrust in acht genomen te worden.
Indien een thuiswedstrijd niet op de reglementaire tijd geschoten kan worden omdat het lokaal van de thuisclub niet beschikbaar is en men de tegenstander niet bereid heeft gevonden om de wedstrijd bij hen te schieten dan moet de thuisclub minimaal 14 dagen vóór de wedstrijddag contact opnemen met de competitieleider. Deze zal dan een lokaal aanwijzen waar de betreffende wedstrijd geschoten moet worden.
Indien een vereniging niet tijdig contact opneemt als boven bedoeld zal een boete worden opgelegd conform
artikel 52,punt 3.
Indien een thuisclub haar lokaal niet beschikbaar heeft en de tegenstander bereid heeft gevonden om de wedstrijd bij hen te schieten dan betekent dit niet dat de 2e wedstrijd ook automatisch in tegenstelling met het wedstrijdschema geschoten moet worden.
Hier dient het competitieschema gewoon aangehouden te worden.
2. De wedstrijduitslagen Pluim en Kogel dienen op zondag van het betreffende weekend tussen 12.00 en 14.00 uur doorgebeld te worden op een door het bondsbestuur te bepalen telefoonnummer. Dit doorbellen dient te geschieden door de verenigingen welke één of meerdere thuiswedstrijden schieten. Overtreding wordt beboet conform Artikel 52, punt 10.

Artikel 21

Competitiewedstrijden mogen worden geschoten:
Afdeling Pluim op maandag t/m zaterdag,
Afdeling Kogel op maandag t/m vrijdag voorafgaand aan de in het wedstrijdprogramma vastgestelde datum.
Indien individueel (maximaal 1 schutter per team) wordt voorgeschoten dan gelden deze bepalingen eveneens.

Artikel 22

Een vereniging welke met een team niet op de reglementaire vastgestelde tijd kan schieten, dient uiterlijk vijf dagen vóór de vastgestelde datum contact op te nemen met de tegenpartij.
Beide partijen kunnen op zijn laatst tot donderdag voor het wedstrijdweekend te 17.00 uur de competitieleider middels een hiervoor beschikbaar formulier van de wijziging in kennis stellen.
Beide partijen kunnen op donderdagavond tussen 17.00 en 18.00 uur bij de competitieleider informeren of beide formulieren ingezonden zijn.

Artikel 23

De competitieleider is bij zeer hoge uitzondering gerechtigd een wedstrijd uit te stellen.
De in zo'n geval noodzakelijke inhaalwedstrijd wordt door de competitieleider vastgesteld in overleg met de vereniging welke niet de oorzaak of aanleiding gaf tot het uitstel.

Artikel 24

In elk schietlokaal dienen de statuten en reglementen van de bond aanwezig te zijn.
Tevens dient een van bondswege goedgekeurde situatieschets van de schietbanen aanwezig te zijn.

Artikel 25

Ieder, die bij een wedstrijd rechtstreeks betrokken is, hetzij als schutter, dan wel als leider/trekker of beoordelaar, dient voor de wedstrijd zijn N.B.V.S. schietpaspoort op verzoek te tonen.
Indien hieraan niet kan worden voldaan, dan is de tegenpartij gerechtigd tot weigering van de betreffende voor deelname aan de wedstrijd.
Voor wat betreft bondsnummers en namen dienen de wedstrijdformulieren te worden ingevuld a.d.h.v. de schietpaspoorten.
C.v.B. leden of anderen controleurs dienen een door het hoofdbestuur ondertekende verklaring te overleggen, waaruit blijkt dat zij gerechtigd zijn controle uit te oefenen.

Artikel 26

De bondswedstrijdformulieren dienen uiterlijk dinsdag na het wedstrijdweekend, om 11.00 uur, ingevuld en getekend in het bezit te zijn van de competitieleider.

Artikel 27 (EINDSTAND COMPETITIE BIJ NORMALE COMPETITIE )

Indien meerdere teams in een competitieklasse de competitie op de tweede plaats beëindigen met een gelijk aantal punten, dan is het aantal geschoten ringen van deze teams bepalend voor de eindrangschikking.
Zijn er meerdere teams met een gelijk aantal wedstrijdpunten en komen zij tevens in aanmerking voor een van de twee hoogste plaatsen in de eindrangschikking, dan zal er door deze teams een beslissingswedstrijd geschoten worden op neutrale banen, onder toezicht van een of meerdere bestuursleden van de bond of onder toezicht van door de bond aangewezen personen.

Artikel 28 (PERIODE- en RESERVE PERIODE-KAMPIOENSCHAP )

Indien een competitie geschoten wordt in 2 periodes en meerdere teams een periode beëindigen op de eerste plaats, met een gelijk aantal punten, dan wordt als volgt gehandeld:
- deze teams schieten een beslissingswedstrijd op neutrale banen en onder bondscontrole.
Indien ook deze beslissingswedstrijd gelijk eindigt dan wordt de wedstrijd verlengd met 9 schoten per schutter. Dit gebeurt zo vaak tot dat een periode-kampioen c.q. een reserve periode-kampioen bekend is.
Indien een competitie geschoten wordt in 2 periodes en meerdere teams een periode beëindigen op de tweede plaats, met een gelijk aantal punten en ringen, dan wordt als volgt gehandeld:
- deze teams schieten een beslissingswedstrijd op neutrale banen en onder bondscontrole. Indien ook deze beslissingswedstrijd gelijk eindigt dan wordt de wedstrijd verlengd met 9 schoten per schutter. Dit gebeurt zo vaak tot dat een reserve periode-kampioen bekend is.
Deze beslissingswedstrijd is niet noodzakelijk indien een periode titel is behaald door verschillende teams. De algehele reserve-kampioen komt dan immers uit de
beslissingswedstrijden van de 2 periode-kampioenen.

ALGEHEEL KAMPIOENSCHAP en
ALGEHEEL RESERVE-KAMPIOENSCHAP
INDIEN DE COMPETITIE IN TWEE PERIODES
GESCHOTEN WORDT.

Artikel 29

Hier kunnen zich de volgende situaties voordoen:
a. periode-kampioen 1e en 2e periode is hetzelfde team.
Dit team is dan automatisch algeheel kampioen.
Indien in dit geval ook de reserve-kampioen hetzelfde team is dan is dit team automatisch algeheel reserve- kampioen.
Indien in dit geval de reserve-kampioen van de 1e en 2e periode een ander team is dan wordt als volgt gehandeld:
in dit geval is het team met het hoogste aantal punten uiteen periode reserve-kampioen.
bij een gelijk aantal punten uit een periode is het hoogste aantal ringen bepalend voor het reserve kampioenschap.
- zijn punten en ringen gelijk dan wordt gehandeld zoals beschreven onder artikel 29, punt b.
b. Periode-kampioen 1e en 2e periode zijn verschillende teams.
In dit geval schieten deze 2 teams 1 beslissingswedstrijd onder bondscontrole op neutrale banen.
Mocht ook deze wedstrijd gelijk eindigen dan wordt deze wedstrijd verlengd met 9 schoten per schutter.
Dit gebeurt zo vaak tot dat een algeheel kampioen en algeheel reserve-kampioen bekend is.
Het reserve-kampioenschap uit de 1e en 2e periode is dan niet meer van belang.

Artikel 30 (BEREKENING GEMIDDELDEN UIT DE AFGELOPEN COMPETITIE )

Deze gemiddelden komen tot stand door 90% van het aantal mogelijk te schieten series in de telling mee te nemen.
Uitgegaan wordt van het maximum aantal wedstrijden per klasse aan het eind van de competitie.
Indien door een schutter meer series geschoten zijn dan de vastgestelde 90% dan worden de laagste series afgetrokken met een maximum van 2 series.
Een schutter welke een gelijk aantal of minder series geschoten heeft dan de vastgestelde 90% mag geen series aftrekken.
Voor een prestatiespeld komen slechts die schutters in aanmerking, welke minimaal de 90% norm hebben geschoten en die tevens voldoen aan de norm die door de bond hiervoor gesteld is.

Artikel 31 (DE PROTEST-COMMISSIE )

Als beroepsinstantie beschikt de bond over een permanente protestcommissie van 5 personen zijnde N.B.V.S. lid. De leden van deze commissie moeten minstens drie jaar lid zijn van de N.B.V.S. alvorens zij in deze commissie zitting kunnen nemen. Deze beroepsinstantie wordt benoemd door de algemene vergadering. Ieder jaar treedt een commissielid af doch is terstond wederom herkiesbaar. Het is niet toegestaan dat 2 of meer leden van een en dezelfde vereniging lid zijn van de protestcommissie.
Tijdens de behandeling van een protest dienen minstens 3 zittende leden van de protestcommissie aanwezig te zijn.
Teneinde de objectiviteit van de commissie te waarborgen zal tijdens de behandeling van een protest nooit een commissielid aanwezig mogen zijn hetgeen rechtstreeks of zijdelings verbonden is met een van de in het protest betrokken partijen.

Artikel 32

Per protest wordt door het bondsbestuur een lid uit dit bestuur aangewezen om zitting te nemen in de protestcommissie, in de functie van voorzitter/secretaris.
Deze afgevaardigde heeft tot taak:
1. het bijhouden van een nauwkeurige administratie;
2. namens het bondsbestuur toezicht houden op de werkzaamheden van de commissie.
Deze afgevaardigde heeft geen stemrecht en mag niet inhoudelijk deelnemen aan de discussie, doch deze alleen leiden.

Artikel 33

De protestcommissie heeft tot taak op onpartijdige wijze te beslissen inzake ingediende klachten of protesten en zonodig de geëigende maatregelen te nemen, welke echter niet in strijd mogen zijn met de reglementen.
Protesten inzake waardering van schoten worden niet behandeld door de protestcommissie doch door de competitieleider c.q. het hoofdbestuur.
De te nemen maatregelen kunnen o.a. zijn:
a. het adviseren van het hoofdbestuur inzake oplegging van geldelijke boetes;
b. adviseren tot het schorsen van verenigingen of schutters in overleg met het hoofdbestuur;
c. het adviseren van het hoofdbestuur inzake te nemen maatregelen welke niet bij reglement bepaald zijn;
d. het zonodig toetsen van het reglement op de door het hoofdbestuur genomen maatregelen waarmee de tegenpartij zich niet kan verenigen.
e. uitspraken van de protestcommissie zijn bindend, zolang ze niet in strijd zijn met de Statuten of Reglementen.

Artikel 34 (FUNCTIEVERDELING VAN DE PROTESTCOMMISSIE )

Voorzitter/secretaris:
a. het leiden van de vergaderingen;
b. het beleggen van een vergadering binnen 7 dagen na ontvangst van een protest of klacht;
c. verslag uitbrengen aan het bondsbestuur.
d. protesten moeten binnen een maand afgehandeld worden.
Leden: het nemen van een beslissing of het uitbrengen van een advies door stemming na beraad.

Artikel 35 (GANG VAN ZAKEN TIJDENS EEN PROTEST )

Een protest kan worden ingediend door:
a. een schutter;
b. een team;
c. een vereniging.

Artikel 36

Protesten dienen te voldoen aan het bepaalde in artikel 35 en 37 van dit reglement en een waarheidsgetrouwe omschrijving te bevatten van het omstredene.

Artikel 37

Bij het indienen van een protest dient tegelijkertijd door de indiener een borgsom ad. € 25,00 bij de competitieleider te worden voldaan.
De kosten van protesten, welke handelen over een overtreding van de statuten of de daarin genoemde reglementen, komen ten laste van de verliezer van het protest.
Protesten betreffende een wedstrijd dienen te worden ingediend binnen 48 uur na afloop van de wedstrijd.
Alle protesten c.q. klachten dienen schriftelijk ingediend te worden bij de competitieleider met vermelding van doel en redenen.

Artikel 38

Bij stemming door de protestcommissie ontvangt elk lid twee briefjes, een vermeldende "voor" het ander vermeldende "tegen".
Ieder lid dient het briefje naar eigen mening in te leveren.
Blanco stemmen is dus uitgesloten.

Artikel 39

Een protest loopt tot de door het bondsbestuur c.q.
protestcommissie bepaalde maatregelen volledig zijn uitgevoerd en nageleefd.

Artikel 40

De kennisgeving van de door het bondsbestuur c.q.
protestcommissie genomen besluiten dienen aangetekend of per e-mail met leesbevestiging te worden verzonden.

Artikel 41

Over beslissingen inzake protesten kan niet worden
gecorrespondeerd evenals beroep is uitgesloten.

Artikel 42 (ORGANISATIE EN OPZET BONDSCONCOURS )

Jaarlijks kan door de bond voor eigen rekening een Bondsconcours worden georganiseerd.

Artikel 43

De algehele leiding van het Bondsconcours berust bij het bondsbestuur.

Artikel 44

Elke vereniging in de afdeling Pluim is verplicht met minimaal een afgevaardigde aan de organisatie van het Bondsconcours Pluim mede te werken gedurende de toegekende schiettijd per baan.

Artikel 45

In de afdeling Pluim en Kogel is iedere vereniging verplicht met minimaal een team in te schrijven en volledig deel te nemen, dit voor zover in de competitie ook op deze onderdelen werd deelgenomen.
Indien een vereniging niet met een team inschrijft dan kunnen de individuele schutters van deze vereniging wel deelnemen aan de persoonlijke onderdelen.
Het gestelde onder artikel 44 blijft hier echter wel van toepassing.

Artikel 46

Tijdens het bondsconcours wordt geschoten in twee of meer klassen welke worden ingedeeld door het bondsbestuur.
Indien een schutter geen competitie-gemiddelde heeft, doch wel heeft deelgenomen aan het bondsconcours vorig jaar, dan zal deze schutter in die klasse ingedeeld worden, waarin hij op grond van zijn prestaties tijdens dat bondsconcours thuishoort.
Indien het een schutter betreft zoals bedoeld in het Huishoudelijk Reglement artikel 4, dan zal deze schutter worden ingedeeld naar een gemiddelde hetgeen vastgesteld wordt door het bondsbestuur.

Artikel 47

Er kan geschoten worden door:
a. teams Pluim en Kogel, beide verplicht volgens artikel 45 van dit reglement;
b. persoonlijk met Pluim 9, 18 en 30 schoten vrijwillig;
c. persoonlijk met Kogel 10, 20 en 30 schoten vrijwillig.

Artikel 48

Iedere schutter kan slechts eenmaal op elk onderdeel uitkomen.

Artikel 49

Voor ieder onderdeel worden door het bondsbestuur de prijzen en inschrijfgelden vastgesteld.

Artikel 50 (SCHIETPASPOORTEN )

1. Bij het in ongerede raken van het schietpaspoort wordt tegen betaling van euro 5,00 een nieuw schietpaspoort verstrekt.
2. Bij inlevering van het oude schietpaspoort kan tegen betaling van euro 2,50 een nieuw schietpaspoort verstrekt worden.
3. Een schutter die meer dan 10 jaar geen lid van de bond is geweest dient bij hernieuwd lidmaatschap een nieuw schietpaspoort aan te vragen tegen betaling van euro 2,50.

Artikel 51 (PRESTATIESPELDEN EN PRIJZEN )

Behaalde prestatiespelden en/of prijzen tijdens competitie en/of bondsconcoursen dienen vóór 1 oktober volgend op de afgelopen competitie c.q. bondsconcoursen afgehaald te worden.
Daarna worden deze niet meer uitgereikt en vervallen dus aan de bond.

Artikel 52 (BOETEBEPALINGEN )

1. Bij een overtreding als bedoeld in artikel 19 wordt een boete opgelegd van € 25,00.
2. Overtreding van artikel 18, punt 9, wordt per wedstrijdbeboete met € 15,00.
Tevens wordt de eventueel behaalde prestatiespeld niet toegekend.
3. Bij het niet of niet tijdig opkomen van een team bij een competitiewedstrijd, het niet tijdig beschikbaar zijn van de schietbanen of bij gebruik van onreglementaire wedstrijdkaarten, zal de vereniging welke in gebreke is gebleven een boete opgelegd worden van € 25,00 terwijl de wedstrijd dan als verloren zal worden beschouwd.
Aan de schutters van de niet in gebreke zijnde partij zal voor deze wedstrijd een persoonlijke serie worden toegekend welke gelijk is aan het op dat moment geldend competitiegemiddelde. Van deze niet geschoten wedstrijd moet door de niet in gebreke zijnde partij toch een wedstrijdformulier worden ingezonden, waarop de opgestelde schutters zijn ingevuld met het hierboven bedoelde gemiddelde en waarop tevens is vermeld de reden, waarom de wedstrijd niet geschoten is.
In dit verband kan een team bestaan uit 1, 2, 3 of 4 schutters. B.v. een team komt maar met 2 schutters, dan geldt toch de verplichting om de wedstrijd te schieten.
4. Bij overtreding van artikel 26 kan een boete opgelegd worden van maximaal € 11,50.
5. Overtreding van artikel 44 zal worden beboet met volledige uitsluiting van het Bondsconcours zonder terugbetaling van het inschrijfgeld.
De uitsluiting geldt ook voor de persoonlijke series van iedere schutter van de betreffende vereniging.
Tevens zal een boete worden opgelegd van € 35,00.
6. Overtreding van artikel 45 kan worden beboet met € 25,00.
7. Geschillen voortvloeiend uit het schietreglement worden geregeld door de protestcommissie welke in deze eventuele boetes kan adviseren.
8. Alle opgelegde boetes worden middels het mededelingenblad van de bond bekend gemaakt en dienen te worden voldaan vóór of op de in het mededelingenblad te noemen vervaldatum, zulks op straffe van verdubbeling met nieuwe vervaldatum bij het niet naleven van de bepaling.
Indien na verdubbeling van de boete(s) deze eveneens niet is (zijn) voldaan op of vóór de nieuwe vervaldatum dan volgt automatisch schorsing die voortduurt totdat de opgelegde boete(s) is (zijn) voldaan.
Deze schorsing zal tevens per aangetekend schrijven ter kennis worden gebracht aan de betrokken vereniging.
De kosten verbonden aan dit aangetekend schrijven komen eveneens ten laste van de betrokken vereniging.
9. Bij overtreding van artikel 12 zal een boete opgelegd worden van € 12,50.
10. Overtreding van artikel 20 punt 2, het niet doorbellen van de wedstrijduitslagen, wordt na één officiële waarschuwing beboet met een bedrag van € 5,00 per keer.
11. Overtreding van Artikel 6 punt 1 van het schietreglement, wordt een boete opgelegd van euro 25,00 aan de vereniging welke in deze nalatig handelt of heeft gehandelt.

Artikel 53

In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het hoofdbestuur.

Artikel 54

Dit reglement wordt van kracht ingaande 1-9-1993.
gewijzigd ingaande 14-09-1994, gewijzigd ingaande 13-09-1995, gewijzigd ingaande 10-01-1996.
gewijzigd ingaande 11-09-1996, gewijzigd ingaande 18-06-1997, gewijzigd ingaande 22-04-1998.
gewijzigd ingaande 23-06-1999, gewijzigd ingaande 20-06-2001, gewijzigd ingaande 19-06-2002.
gewijzigd ingaande 23-06-2004, gewijzigd ingaande 24-06-2008, gewijzigd ingaande 23-06-2010.
gewijzigd ingaande 20-06-2012, laatstelijk gewijzigd ingaande 19-06-2013


Terug naar de inhoudsopgave | Terug naar het hoofdmenu