Welkom bij de N.B.V.S.


Ga naar de inhoudsopgave

Reglement Kogel

Reglementen

SCHIETREGLEMENT KOGELSCHIETSPORT



Artikel 1

Iedere vereniging dient per 2 teams minstens over 2 banen te beschikken. (b.v. 1 en 2 teams: 2 banen; 3 en 4 teams: 4 banen; 5 en 6 teams: 6 banen; enz.)

Artikel 2


De schietbanen dienen te voldoen aan de volgende eisen:
a. De tien-meterbanen dienen te zijn voorzien van deugdelijke kogelvangers en vol- of halfautomatische kaarthouder transporteurs.
b. De tien van de schietschijf dient waterpas gemeten ten opzichte van de staanplaats van de schutter op een hoogte van 1,5 meter te hangen.
c. De schijven dienen afzonderlijk te worden verlicht met gewone lampen (zonder lichtvenster) met een vermogen van 100 Watt, en wel zo dat de lampen zelf onzichtbaar zijn voor een schutter in actie. Tevens zijn T.L. buizen toegestaan van het type nr 29 kleur Rosa in duplo schakeling.
d. De kogelvangers moeten zo zijn geconstrueerd dat het terugspringen van kogels uitgesloten is.
e. Het moet niet mogelijk zijn tijdens het schieten zonder meer de banen te kunnen betreden.
f. De schutters dienen achter de 10-meterlijn over een ruimte van tenminste een meter te kunnen beschikken, binnen welke geen storende elementen aanwezig mogen zijn.
g. De banen dienen, gemeten vanaf het hart van de kaart c.q. de transport-installatie, minimaal een onderlinge afstand te hebben van 80 cm, met dien verstande dat de buitenste banen naar buiten toe gemeten een vrije ruimte hebben van minimaal 40 cm.
h. In de ruimte waarin de schietbanen zijn ondergebracht moet een temperatuur heersen van 15 tot 25 graden Celsius.

l. Toeschouwers dienen te worden toegelaten indien de ruimte daartoe geëigend is en deze aanwezigheid niet direct storend is voor de schutters.

Artikel 3 (LUCHTBUKSEN/KOGELS)

a. Alle merken luchtbuksen, kaliber 4,5 mm en voorzien van maximaal twee richtpunten zijn toegestaan.
b. Het gebruik van één optisch hulpmiddel is geoorloofd, het gebruik van een telescoop(z.g. kijker) echter niet.
c. Er dient geschoten te worden met loden kogels met platte kop. Het gebruik van kogels met spitse kop, ronde kop, ijzerkern en stalen kogels is verboden.


Artikel 4 (Competitiewedstrijden Kogel )


De schutters dienen volkomen vrijstaand uit de vrije hand te schieten dus zonder op te leggen of hoe dan ook te leunen, waarbij de kolf niet onder de kleding geschoven mag worden.
De schutters mogen de schietbanen niet verlaten met medeneming van hun schietkaarten. Nadat een schutter zijn serie geschoten heeft, dient hij de kaarten weer gebundeld in te leveren bij de wedstrijdleiders, die er op moeten toezien dat de proefkaarten niet meer aanwezig zijn en deze zonodig vóór het waarderen moeten verwijderen.

Artikel 5

Er mogen uitsluitend bonds-schietkaarten en wedstrijd-formulieren worden gebruikt, kenbaar aan de opdruk N.B.V.S.
Schietkaarten zijn uitsluitend en alleen verkrijgbaar op een of meer door het bondsbestuur te bepalen adressen
Wedstrijden geschoten op niet-reglementaire kaarten zijn ongeldig en worden derhalve beboet conform artikel 52, punt 3 van het Huishoudelijk Reglement.

Artikel 6

a.
Banen. Het aantal banen, waarop de wedstrijd geschoten wordt, moet even zijn en gezien van de standplaats van de schutters van links naar rechts oplopend genummerd zijn.
De wedstrijdleiders tossen om de even of oneven banen.
b.
Team. Een team bestaat uit 1, 2, 3 of 4 schutters.
c.
Serie. Een serie bestaat uit 30 schoten, welke door iedere schutter gedaan wordt op één schietbaan. Iedere schutter heeft tevens recht op proefschoten.
d.
Wedstrijdkaarten. Ieder team dient te zorgen voor zijn eigen wedstrijdkaarten. Deze wedstrijdkaarten dienen op de achterzijde voorzien te zijn van een nummer, datum, verenigingsstempel of verenigingssticker.
De voorzijde mag niet beschreven of gestempeld zijn. Indien de wedstrijdkaarten reeds door de drukkerij zijn doorgenummerd kan volstaan worden met de 1e en 30e kaart van iedere schutter te voorzien van een uniek merkteken (b.v. verenigingsstempel) en datum.
De kaarten van de wedstrijdschutters dienen oplopend genummerd te zijn. De kaarten van de reserveschutter(s) dienen een duidelijke afwijkende nummering te hebben.
Indien teams van dezelfde vereniging tegen elkaar schieten dienen de kaarten qua nummering duidelijk verschillend te zijn.
Bij iedere gebundelde serie wedstrijdkaarten dienen twee aan de voorzijde gemerkte proefkaarten aanwezig te zijn.
Bij aanvang van de wedstrijd worden de kaarten uitgewisseld. Iedere schutter telt en controleert zijn kaarten en overhandigt deze, nadat zijn serie geschoten is, aan de wedstrijdleiders ter waardering.
Na het eerste schot van een serie is geen reclame meer mogelijk over te veel of te weinig ontvangen kaarten.
e.
Tijd. Maximale schiettijd per schutter bedraagt 55 minuten per serie inclusief de proefschoten.

f.
Bewaren wedstrijdkaarten. Na de wedstrijd dienen de kaarten door de thuisclub, onder toezicht van de tegenpartij, per team op volgorde gelegd te worden. Tevens dient gecontroleerd te worden of de series compleet zijn.
Per team dient de thuisclub de kaarten in een hiervoor bestemde enveloppe te doen. Deze enveloppe moet dichtgeplakt worden en over de plakstrook dienen de wedstrijdleiders hun handtekening te plaatsen. Op de enveloppe moet tevens vermeld worden: wedstrijd, uitslag, datum en klasse.
De enveloppen dienen door het secretariaat van de vereniging 3 weken bewaard te worden.
Bij wedstrijdcontrole dient(dienen) de opgevraagde enveloppe(enveloppen) binnen 7 dagen ingeleverd te worden op een door de Bond nader aangegeven adres.
g.
Waarderen. Beide partijen dienen vóór de wedstrijd een bekwaam te achten bondslid aan te wijzen, die gezamenlijk de schoten beoordelen en noteren op het wedstrijdformulier, onmiddellijk na iedere serie de kaarten innemen en in verband hiermee niet gelijktijdig mogen schieten.
Waardering vindt plaats nadat alle series geschoten zijn.
Indien de wedstrijdleiders niet tot overeenstemming komen t.a.v. de volgorde van schieten heeft de wedstrijdleider van de bezoekende club voorrang.
De bondsleden van beide verenigingen die de kaarten beoordelen dienen op alle wedstrijdkaarten de beoordeling te vermelden. Tevens op de eerste kaart hun bondsnummers.
h.
Strafmaat. Indien bij opvordering door het bondsbestuur blijkt, dat de series van een wedstrijd geheel of gedeeltelijk in het ongerede zijn geraakt, dan zal het team van de thuisclub dat betrokken was bij de wedstrijd in kwestie, 2 punten in mindering krijgen gebracht op het competitieresultaat(stand).
Indien bij controle van wedstrijdkaarten door het bondsbestuur of door hen aangewezen commissie-leden blijkt, dat het aantal foutief beoordeelde schoten zodanig groot is, dat er sprake moet zijn van samenwerking van beide teams, zal bij
beide teams, naast het corrigeren van de geschoten series, tevens 1 wedstrijdpunt in mindering worden gebracht.
Aan de schutters welke bij deze wedstrijd betrokken waren zal, bij het eventueel behalen van een prestatiespeld, deze niet worden uitgereikt.

i.
Wedstrijdformulieren. Het wedstrijdformulier wordt door de thuisclub beschikbaar gesteld.
De wedstrijdformulieren voor de Afdeling Kogel zijn uitgevoerd in setjes van 2, zelfdoorschrijvend papier. Ieder team vult een setje in. Ieder team stuurt het originele wedstrijdformulier naar de competitie-leider. Per e-mail verstuurde wedstrijdformulieren worden als origineel beschouwd.
Het duplicaat wordt door ieder team gedurende de gehele lopende competitie bij het secretariaat van de vereniging bewaard.
De verenigingen dienen het wedstrijdformulier de gehele lopende competitie te bewaren bij het secretariaat van de vereniging.

Artikel 7

Een schutter uit een team kan tijdens een competitiewedstrijd niet meer vervangen worden door een andere schutter, indien de te vervangen schutter reeds een schot gelost heeft dat meetelt voor de bepaling van het wedstrijdresultaat. De wedstrijden worden geschoten a.d.h.v. het schietreglement.

Artikel 8 (Beoordeling der ringen )

a. Beide partijen dienen voor de wedstrijd een bekwaam te achten bondslid aan te wijzen die gezamenlijk de schoten beoordelen en noteren, tossen voor de banen, onmiddellijk na iedere serie de kaarten innemen. Tevens moeten zij toezien op een reglementair wedstrijdverloop en hebben zij het recht van materiaalcontrole voor de wedstrijd of onmiddellijk na een serie.
b. Het beoordelen geschiedt als alle schutters hun serie volledig hebben afgeschoten; het is niet geoorloofd een serie te onderbreken.
c. Een schot dat de kaart doch geen ring raakt (onder raken te verstaan: beschadigen) wordt gewaardeerd met nul. Bij het raken van 2 ringen krijgt het schot de waardering van de hoogst beschadigde ring. Worden drie ringen geraakt dan dient gewaardeerd te worden met een door de N.B.V.S. goedgekeurde en gemerkte schotmaat.

d. Indien twee ringen worden gescheiden door een dunne witte of zwarte cirkel, dan behoort deze cirkel bij de hoogste ring. Worden bij een schot twee van deze cirkels beschadigd, dan wordt in het voordeel van de schutter gewaardeerd.

e. Ieder schot dat minder dan 1 mm van de roos of ring verwijderd is, dient gewaardeerd te worden met een door de N.B.V.S. goedgekeurde en gemerkte schotmaat, kaliber 4,5 mm.
De waardering via deze schotmaat dient op de desbetreffende kaart onderstreept te worden.
Voor een zo exact mogelijke waardering van het schot, is het noodzakelijk dat de schotmaat slechts éénmaal in hetzelfde kogelgat wordt gebruikt.
Het waarderen middels deze schotmaat geschiedt volgens het voorbeeld zoals verduidelijkt in de bijlage.
f. Indien na de beëindiging van een serie een of meerdere kaarten onbeschoten blijken te zijn of te ontbreken, is men niet verplicht deze schoten alsnog te laten doen.
g. Indien bij het waarderen blijkt, dat een serie uit meer dan 30 kaarten bestaat, vervallen de hoogst gewaardeerde schoten tot een resterend aantal van 30 kaarten.
h. De waardering der schoten vindt plaats door de leider der gasten, controle door de leider van de thuisclub. Bij meningsverschil beslist de leider der gasten en heeft de leider der thuisclub het recht volgens de daarvoor geldende regels te protesteren.

Artikel 9

a. Per schot mag slechts een wedstrijdkaart worden gebruikt.
b. Per wedstrijdkaart mag slechts één schot worden gelost.
c. Bij meerdere schoten op een wedstrijdkaart wordt het schot met de laagste waardering in de uitslag opgenomen, tenzij er sprake is van de situatie beschreven in Artikel 10.

Artikel 10

Indien men per ongeluk een schot lost op de kaart van een ander is men verplicht dit aan de wedstrijdleiders bekend te maken. Indien het bewuste schot op de kaart van die ander het eerste schot is, kan de kaart worden vervangen.
Indien er twee schoten op de bewuste kaart voorkomen en het een kaart betreft van de tegenpartij, dient de wedstrijdleider het laagst in rang zijnde schot te merken, zodat dit buiten de waardering valt.

Betreft het in dit geval een kaart van een schutter van het eigen team, dan vervalt het schot met de hoogste waardering.
In alle gevallen dient het feit te worden vermeld op het wedstrijdformulier, zodat de competitieleider hiervan aantekening kan houden en bij herhaling het bondsbestuur in kennis kan stellen.

Artikel 11 ( Protesten inzake waardering van schoten )

De betreffende kaart dient tijdens de waardering onmiddellijk terzijde te worden gelegd met daarop de waardering van beide wedstrijdleiders en wel als volgt:
- op de voorzijde de waardering van de leider der gasten.
- op de achterzijde de waardering van de leider van de thuisclub.
Tevens moeten bondsnummers en namen van de beide wedstrijdleiders, in blokletters, op de achterzijde van de kaart(en) vermeld worden.
De kaart(en) welke in het protest betrokken is(zijn) dient(dienen), omgevouwen, in een hiervoor bestemde enveloppe gedaan te worden. Deze enveloppe dient dichtgeplakt te worden en over de plakrand moeten beide wedstrijdleiders hun handtekening plaatsen.
Deze enveloppe moet binnen 48 uur na de wedstrijd te samen met de borgsom ad. euro 25,00 en een schriftelijke verklaring van doel en redenen bij de competitie-leider ingeleverd worden.
De waardering van de wedstrijdleider der gasten moet op het wedstrijdformulier worden ingevuld.
De kosten van protesten inzake waardering komen voor rekening van de in het ongelijk te stellen partij. Indien meerdere schoten deel uitmaken van het protest die zowel gelijk als ongelijk opleveren, worden de kosten in verhouding gelijk/ongelijk doorberekend.

Artikel 12

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bondsbestuur.

Artikel 13

Dit reglement wordt van kracht op 1-9-1993.
gewijzigd ingaande 22-04-1998
gewijzigd ingaande 19-06-2002
gewijzigd ingaande 23-06-2004
gewijzigd ingaande 24-06-2008
gewijzigd ingaande 23-06-2010
Laatstelijk gewijzigd ingaande 19-06-2010


Terug naar de inhoudsopgave | Terug naar het hoofdmenu